Gulai ajam (Indonesische curry)
Ik maak meestal extra van een Indonesisch gerecht en parkeer dat vervolgens in de vriezer. Als je dat met een paar verschillende ‘restanten’ doet, zet je op een dag heel eenvoudig een kipgerecht, een vleesgerecht en een nasi op tafel. Dan hoef je alleen nog wat eenvoudige bijgerechtjes te maken als sambal telor en wat gemengde groenten. Kant-en-klare gefruite uitjes, serendoeng en een lekkere sambal erbij en de rijsttafel is compleet.
Ingrediënten voor vier personen:
• 4 flinke kippebouten
• 6 sjalotten
• 6 teentjes knoflook
• 3 rode pepers
• 1 serehstengel
• 1 kaneelstokje
• 1 steranijs
• 1 laurierblad
• 3 kruidnagels
• 2 el gemalen koriander
• 1 tl gemalen kurkuma
• 1 tl gemalen venkelzaad
• 400 ml kokosmelk
• 1 el gula djawa (Javaanse rietsuiker)
• 2 tl zout, 3 el olie
Bereidingswijze:
Gulai ajam is een geurige Indonesische curry die zomaar een onderdeel zou kunnen zijn van een rijsttafel. Daarvan wordt altijd beweerd dat het zo veel werk is, maar als je het slim aanpakt, valt dat mee. Ik maak meestal extra van een Indonesisch gerecht en parkeer dat vervolgens in de vriezer. Als je dat met een paar verschillende ‘restanten’ doet, zet je op een dag heel eenvoudig een kipgerecht, een vleesgerecht en een nasi op tafel. Dan hoef je alleen nog wat eenvoudige bijgerechtjes te maken als sambal telor en wat gemengde groenten. Kant-en-klare gefruite uitjes, serendoeng en een lekkere sambal erbij en de rijsttafel is compleet.
Pel de sjalotten en hak ze grof. Pel de knoflookteentjes en snijd ze doormidden. Snijd de rode pepers in stukken. Doe sjalotten, knoflook en rode pepers in een keukenmachine en maal alles fijn. Verhit de olie in een braadpan en fruit hierin het mengsel goudbruin. Doe de kippebouten in de pan en bak ze rondom bruin (ze hoeven nog niet gaar te worden). Prik de kruidnagels in het laurierblad, zodat ze op het eind makkelijk uit het gerecht kunnen worden verwijderd. Kneus de serehstengel door er een knoop in te leggen en voeg deze toe aan de kip. Doe ook het kaneelstokje, steranijs en het laurierblad met de kruidnagels erbij. Roerbak een minuut en voeg dan de gemalen koriander, kurkuma en venkelzaad toe. Roer alles goed om en schenk dan de kokosmelk erbij. Breng het geheel aan de kook. Doe de gula djawa en zout erbij. Leg een deksel op de pan, zet het vuur laag en laat alles een uurtje zachtjes sudderen. De saus hoeft niet in te dikken.
Verwijder voor het serveren de serehstengel, het kaneelstokje, het laurierblad en steranijs. Haal de kippebouten voorzichtig – want het vlees valt dan al van het bot – uit de pan en leg ze op vier borden. Schep er flink wat witte rijst naast en schenk de saus over de kip. Serveer er een komkommersalade bij.